Delen
Algemene tips
OMGANG MET DOVE EN SLECHTHORENDE PERSONEN
Adviezen voor de goedhorende
- Bijvoorbeeld door een visuele of tactiele prikkel; in het blikveld van de slechthorende komen of even aanraken. Wees erop bedacht dat de slechthorende kan schrikken.
- Noem naam en functie en het doel van uw bezoek.
- Iemand die slechthorend of doof is, is niet in staat om uit een veelheid van geluiden één geluid te halen.
- Spreek van korte afstand met iemand die slechthorend of doof is. Hoe korter de afstand, hoe minder geluiden de ontvangst verstoren.
- Overdrijf niet. Spreek vooral de medeklinkers goed uit. Schreeuwen helpt niet.
- Denk hierbij ook aan de lichtinval. Iemand die slecht hoort, ondersteunt het gehoor met de ogen. Gezicht en lippen van de spreker moeten zichtbaar zijn om te kunnen kijken naar het mondbeeld: het liplezen of spraakafzien.
- Denk hierbij aan gebaren voor eten, drinken en dergelijke. Dit geeft richting aan het gesprek/de uitleg. Doe dit ook in gezelschap. Zo wordt de slechthorende opgenomen in het gesprek en blijft hij/zij ‘erbij horen’. Dus niet: “Zal ik u eerst helpen met wassen en aankleden, zodat u daarna kunt ontbijten?” maar: “Zal ik u helpen met wassen en aankleden? Dan kunt u daarna ontbijten.”
- Zeker voor prelinguaal dove mensen (mensen die vanaf geboorte doof zijn) en mensen die al langere tijd doof zijn geldt dat de woordenschat vaak beperkt is. Hetzelfde geldt voor de betekenis die zij aan woorden koppelen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van het woord ‘aardig’: “Dat is een aardig meisje” vs. “Mijn agenda staat aardig vol”.
- De communicatie vraagt extra inspanning en energie, zowel van de slechthorende als van u. Heb dan ook geduld. Wanneer herhaling geen uitkomst biedt, gebruik dan eens andere woorden, dit vergroot de mogelijkheden voor de slechthorende om u te begrijpen.
- Lach iemand die slechthorend of doof is niet uit als deze verkeerd reageert. Vertel wat er aan de hand is.
- Controleer of informatie volledig en juist is overgekomen. Doe dit door open in plaats van gesloten vragen te stellen. Dus niet: “Hebt u het begrepen?” maar: “Wat heb ik net verteld?”
- Denk hierbij bijvoorbeeld aan afspraken. Schrijf deze informatie op. Dit voorkomt misverstanden. Gebruik standaard pen en papier wanneer de slechthorende niet goed kan liplezen.
- Wanneer het hem/haar betreft; praat niet over zijn/haar hoofd heen met betrokkenen in de omgeving.
OMGANG MET GOEDHORENDE PERSONEN
Adviezen voor de slechthorende
- Maak kenbaar dat u slechthorend bent, dan kan de ander rekening met u houden.
- Leg uit wat de ander kan doen om goed verstaan te worden.
- Zorg dat uw hoorhulpmiddel goed werkt en de eventuele schakelaar of afstandsbediening in de juiste stand staat.
- Spreek zelf rustig en duidelijk, waardoor de ander ook duidelijk zal gaan spreken.
- Zorg dat u steeds aan de goede kant van de spreker zit of staat, en wel zó, dat u voor het spraakafzien niet tegen het licht in hoeft te kijken.
- Probeer in gezelschap naast iemand te gaan zitten die duidelijk spreekt en die u op de hoogte kan houden van wat er gezegd wordt.
- Wees geduldig en vraag vriendelijk om herhaling wanneer u iets niet hebt verstaan.
- Doe niet alsof u het verstaan hebt als dat niet het geval is. Hierdoor ontstaan misverstanden.
- Wanneer u iets steeds maar niet kunt verstaan, vraag uw gesprekspartner dan andere bewoordingen te gebruiken.
- Geneer u niet als u verkeerd gereageerd hebt. Probeer de humor ervan in te zien en zeg wat u meende verstaan te hebben.
- Wanneer u door vermoeidheid genoodzaakt bent u terug te trekken, geef dit dan vriendelijk te kennen. Loop niet zomaar weg, dat wekt onbegrip.
- Oefen u in het spraakafzien en probeer daardoor een plaats in de samenleving te behouden.
- Veel gladde harde oppervlakken veroorzaken nagalm en daardoor een slechte spraakverstaanbaarheid. Zorg daarom voor voldoende textiel(behang) en gordijnen.